Direct na het uitleggen van de staalplaten moeten de platen bevestigd worden. Bij oplegging op staal moeten schietnagels of zelfborende schroeven worden gebruikt. Bij oplegging op metselwerk of steen moeten afhankelijk van het materiaal geschikte bevestigingsmiddelen worden gebruikt. In zijoverlappen worden bij alle profieltypen zelftappende parkers gebruikt.
Indien schietdeuvels worden toegepast kan overwogen worden het aantal bevestigings- middelen bij de opleggingen te beperken. Omdat stiftdeuvels niet in dezelfde arbeids- gang worden aangebracht dienen de staalplaten volledig te worden bevestigd.
De ComFlor 51+, 75 en 95 kunnen aan de kopse kanten niet overlappend gelegd worden. De platen moeten stuik gelegd worden. Over de stuiknaad moet tape aangebracht worden.
De ComFlor 46 en 100 kunnen overlappend gelegd worden. De minimale overlap is 40 mm. De deuken in de staalplaten moeten goed over elkaar heen vallen. Over een overlap hoeft geen tape aangebracht te worden. Bovendien is een besparing op het aantal bevestigingsmiddelen mogelijk.
Aan de kopse kant dienen de staalplaten aan de onderzijde te worden afgedicht met polyethyleen afsluitstroken. Deze geprofileerde stroken zijn even breed als de profielplaten en dichten dus meerdere ribben af. Bij schuine opleggingen kunnen de ribben per stuk worden afgedicht. Bij de ComFlor 100 dient in dat geval door de bovenflens van de staalplaat een teks in de afsluitstrook te worden aangebracht.
Hilti / Spit / SFS-Viba / Würth / Rapid
De stalen afsluitprofielen voor de ComFlor 210+ en ComFlor 225 zijn een essentieel onderdeel van de hoge staalplaat-betonvloeren. De afsluitprofielen zorgen voor de maatvoering bij het uitleggen van de relatief zware vloerplaten. Daarnaast zorgen ze voor een betondichte afdichting aan de onderzijde. Tenslotte steunen de afsluitprofielen de staalplaat bij de oplegging. Met name bij stempelvrije uitvoering worden grote oplegkrachten ingeleid in de onderflens van de staalplaat.
Het is essentieel dat de staalplaat op deze plaats in vorm wordt gehouden door het goed passende afsluitprofiel. Afsluitprofielen worden met dezelfde bevestigingsmiddelen bevestigd als de staalplaten. Het type bevestigingsmiddel is afhankelijk van het type ondergrond. Het is van belang dat de afsluitprofielen minimaal 60 mm uit het hart van de staalplaat worden bevestigd. Alleen in dat geval ligt de onderflens van de staalplaat goed op de onderliggende constructie en is sprake van een goede afdichting aan de onderzijde. Het is van belang dat de afsluitprofielen aansluiten op de rand van de oplegging. Niet alleen voor het inleiden van de oplegkrachten, maar ook voor de brandwerendheid van geïntegreerde liggers. De standaard afsluitprofielen zijn geschikt voor een haakse aansluiting van de vloerplaat op de ondersteuning en hebben standaard een lengte van 1.800 mm. Afwijkende lengtes kunnen op projectbasis worden geleverd.
Het is mogelijk om vooraf gaten in de afsluitprofielen aan te brengen voor de doorvoer van leidingen. Als de aansluiting op de oplegging niet haaks is kunnen de standaard afsluitprofielen in het werk worden aangepast. Ook kunnen op projectbasis speciale, gestrekte afsluitprofielen geleverd worden.
De staalplaten worden handmatig uitgelegd. De minimale opleglengte is afhankelijk van het type oplegging. Op staal is de minimale opleglengte 50 mm, op andere materialen 75 mm. Bij toepassing met geïntegreerde liggers kan bij een opleglengte 50 mm de staalplaat verticaal tussen de bovenflenzen van de geïntegreerde liggers op de onderflens worden gelegd. Als alle platen in een vloerveld zijn uitgelegd worden de platen bij de oplegging in elke rib bevestigd met schietnagels of schroeven.
Bij de ComFlor 210+ wordt de zijoverlap eerst geklemd met de zogenaamde klemtang.
Afhankelijk van de plaat overspanning gebeurt dit een to meerdere keren per overlap. Vervolgens wordt de zijoverlap met (bijvoorbeeld) de schroefmachine afgeschroefd h.o.h. 350 mm.
Bij de ComFlor 225 volstaat 1 bevestigingsmiddel per rib op voorwaarde dat het wordt aangebracht in de staalplaat die in de zijoverlap boven ligt. De bovenflens van de staalplaat wordt met behulp van 2 zelfborende Parkers type Hilti S-MS 01Z 4,8 x 20 M9 of gelijkwaardig bevestigd aan de afsluitprofielen.
Hilti / Spit / SFS-Viba / Würth / Rapid
Indien u problemen ondervindt met het downloaden van het ontwerpprogramma kunt u het ons mailen en wij sturen u het programma toe.